Brouwerij Aigle-Belgica
1928-1978
Van aan de Snaggaardsbrug duiken we Snaggaardstraat in en meteen ook de verdere geschiedenis van brouwerij L’Aigle (Den Arend) in de Elisabeth Zorghestraat. Je weet nog dat In 1906 Leon De Meulemeester samen met zijn drie kinderen de N.V. DEN AREND oprichtte. De schoonzoon Louis Mahieu werd bedrijfsleider. Vanaf dan gaat het in sneltempo. De eerste behuizing in de blok langs de St.- Annarei werd te klein om de nieuwe installaties voor lage gisting onder te brengen. Zonder dat ooit iemand zich in het stadsbestuur erover zorgen maakte, kocht NV DEN AREND tussen 1923 en 1925 meer dan vijftig godshuizen in de buurt van de Elisabeth Zorghestraat, Snaggaardstraat en Rijkepijnderstraat. Zonder verpinken kreeg de NV de toelating om alles af te breken. Bomen werden brouwerijschouwen. In ruil werd door de stad gevraagd om 25 nieuwe godshuisjes te bouwen op het nieuwe Gezellekwartier in de Stijn Streuvelsstraat.
Een luchtfoto van het brouwerijcomplex zien we vooraan de speelplaats en de klasgebouwen van de middelbare school van St.-Leocollege waar ik 6 jaar naar het laden en lossen van biertonnen kon luisteren. Op het onteigend terrein van meer dan 13.000 m² bouwt de NV een nieuwe brouwerij. Voor deze speciale gelegenheid werd door de stad de toelating gegeven om de gebouwen tot 22 meter hoog te laten groeien, iets wat in stad Brugge nooit meer zal toegelaten worden. Alsof de arm van NV DEN AREND nog niet lang genoeg was, nam Louis de directeur van de Douane en Accijnzen uit Brussel in dienst. In 1928 werd de nieuwe NV Grote Verenigde Brouwerijen AIGLE- BELGICA opgericht door een fusie van den AIGLE uit Brugge en BELGICA uit Gent. Een dergelijke fusie was toen een uniek feit in de brouwerijgeschiedenis.
De hoofdzetel bleef te Brugge, waardoor Gent steeds als een bijhuis van Brugge werd beschouwd, wat nefaste gevolgen zou hebben. Mede door de hogere lonen te Gent, werden na 20 jaar de brouwketels aldaar stilgelegd. Men kon er meer verdienen bij brouwerij Meiresonne .. De gebouwen werden garage en de ketels van Gent doen dienst in twee West-Vlaamse brouwerijen, namelijk Louwaege te Kortemark en Strubbe te Ichtegem. Als herinnering te Gent bleef nog een tijd het café BELGICA over op de hoek van de Nieuwe Wandeling en de stadsring.
Op een enveloppe-opdruk van Brouwerij Aigle-Belgica toen de hoofdzetel korte Lijd in Gent was gevestigd. We zien links de gebouwen te Gent langs de Nieuwe Wandeling en rechts de gebouwen te Brugge langs de SL- Annarei en Potterierei. Een klein beetje grootheidswaanzin was toen in de mode, want in de gedachten was het St. Leocollege reeds door de mouterij ingepalmd.
Doch in Brugge liet men de moed niet zakken. Er werden in de vijftiger jaren twee tot drie bouwaanvragen per jaar ingediend aan de stad. De Brugse politiek had een bijverdienste gevonden. De Rijkepijnderstraat wordt aan weerszijden afgesloten. Een betonnen laadkaai wordt op het wegdek gebouwd. Een grote hangar overkoepelt de verloren gegane straat. Voor deze verminking worden verzachtende omstandigheden ingeroepen als werkgelegenheid. De helft van de gebuurte die na alle onteigeningen nog overbleef werkte in de Aigle Belgica. De brouwerij stelde ongeveer 200 man te werk, en had in de jaren zeventig meer dan 600 verplichte cafés. Er werd toen viermaal per dag gebrouwen in ketels van 300 hectoliter. Er werd zelfs een tijd nog bij gebrouwen in afgehuurde ketels van brouwerij Krüger te Eeklo, of ging het in 1970 al slecht in den AIGLE?
Hoe snel de groei ook was, nog sneller kwam het verval. Piedboeuf, die reeds 22% van de aandelen bezat, nam in 1978 de brouwerij Aigle-Belgica over. De ketels waren verouderd, en de gebouwen werden enkel nog gebruikt als depot voor Jupilerbier tot 1982. Dan verhuisde de depot naar het industriegebied 't Waggelwater. Half de jaren 80 werd alles afgebroken en kwam er een nieuw project voor de buurt, met alle misverstanden en misère die erbij horen: Het Rijkepijndersproject.
Hieronder nog een galerij met meer foto's en uitleg over bovenstaande gegevens.
Klik op een foto om de ganse galerij in het groot te zien.